Een brommers van Berini waren in jaren 50 en 60 erg populair vooral bij de wat oudere rijder.
Een buurjongen van mij had er een en daar mocht ik wel eens op rijden.
Het was een uiterst comfortabele brommer.
Drie ingenieurs BErnard Neumann, RInus Bruynzeel en NIco Groenendijk, richtten samen in december 1949 in Den Haag Berini op. Het prototype kwam uit met een cilinder van een Cyclemaster, ook wel bekend als het ‘Eitje’ geïnspireerd door de Solex. Het bedrijf groeide en verhuisde in 1950 naar Rotterdam. Dagelijks rolden er in deze tijd 180 Berini’s per dag van de band.
In 1954 werd de eerste Berini-bromfiets uitgebracht die veel gebruikt werd voor woon-werkverkeer.
De vraag naar de Berini’s bleef toenemen en zo werd er in 1960 besloten een fabriek te bouwen in Emmen. De bedrijfsvoering liet wat te wensen over. Er waren organisatorische problemen in de fabriek maar ook bij de bevoorrading vanuit Rotterdam waren problemen ontstaan. Na slechts 2 jaar, werd het avontuur in Emmen beëindigd door sluiting van de fabriek.
Door interne problemen en de grote concurrentie op de bromfietsmarkt, ging Berini als fabrikant failliet in 1964. De inboedel werd overgenomen door de Anker Kolen Maatschappij die doorging met het produceren van de Berini M48. Hierna kreeg Berini verschillende motoren en frames.
In 1981 werd Berini doorverkocht aan een Zuid-Koreaans bedrijf waar 15 jaar lang voor Berini’s geproduceerd werden.
Berini kwam omstreeks 1999 weer in Nederlandse handen. De productie vond plaats in China en Italiaans lijkende Berini scooters, komen weer naar Nederland. Tot op de dag van vandaag kun je rondtouren op onder andere de Milano, Napoli of Dolce Vita.