Vandaag tijdens het Kerstdiner nr. 2 was er iemand in het gezelschap zo grappig om fijnzinnig een verhaal over mijn minder goede gewoonte "ik-stap-nooit-opzij" uit de doeken te doen.
In een stoffige bar diep weggestopt op het Amerikaanse platteland zaten we een biertje te nuttigen en ontdekte ik in de oude Rockola-jukebox een single van de Belgische zanger Ricky Gorden, een tandtechnicus uit het Belgische Brugge wiens werkelijke naam Erik de Clerq of iets dergelijks luidde.
Ik vond het wel leuk, dat een Belg daar was beland en laadde enkele dollars in de jukebox en drukte diverse malen op de letter- en cijfercombinatie van het 45-toeren plaatje.
Na een vijfde keer afdraaien riep een plaatselijke vetklep, dat het wel genoeg was en dat er een ander muziekje moest gaan klinken. Ik riep terug, dat hij nog enkele keren plezier van hetzelfde nummer ging krijgen en hij brulde, dat ik dat niet ging bepalen. Ik antwoordde luidruchtig, dat ik het uitmaakte, zolang ik betaalde en dat hij lekker verder moest gaan met voor zich uit te staren.
De kerel riep, dat hij de stekker dan wel even uit de muur zou komen trekken en kwam mijn richting op vergezeld van twee even forse vrienden of neven of broers, want in zo'n gehucht is normalitair iedereen familie.
Ondertussen zag ik vanuit een ooghoek de barman uit voorzorg een stuk hout onder de bar vandaan halen en toen begon de pret.
Het heeft toch zeker een minuut of zeven en een half interieur van de saloon geduurd voordat ik tussen twee voor de saloon geparkeerde wagens geprakt werd door de barkeeper. De drie vrienden (of neven of broers) waren met mijn hulp binnen al een slaapje gaan doen en terwijl ik het stof van mijn kleren trachtte te kloppen, mijn kaak weer in vorm drukte en de barman ondertussen mijn hoed door een half geopende deur naar me toe wierp moest ik ernstig grinniken, want Ricky Gorden begon voor een 8ste keer 'Such A Night' te vertolken.